Het grootste evenement op de kalender van de Dutch Supercar Challenge is de Rizla Racing Day op het circuit in Assen. Dit evenement kenmerkt zich door het grote aantal bezoekers (57.000) maar ook door het feit dat ik hier in de laatste 3 jaar niet ben gefinisht. De race eindige met elektronische pech of in de vangrail, helaas finishte ikzelf dit weekend opnieuw met de Mosler in de vangrail.
Bekijk direct de onboard video met op het einde de crash
Na de race op zolder was de snelheid behoorlijk gelijk aan de rondetijden van de overige deelnemers. Op Assen zou dit wel eens anders kunnen zijn, het circuit heeft veel rechte stukken en flauwe bochten waarbij vermogen een grote rol speelt. Tijdens de eerste vrije trainingen bleek dan ook dat de tijden welke werden gereden niet goed genoeg waren om mee te strijden met de kop. Na wat aanpassingen in de set-up van de Mosler werd er een vijfde tijd tijdens de kwalificatie gereden.
Race 1 zaterdag
De eerste race van het weekend werd gestart op zaterdag, met Cor Euser, Martin Short, Rene Snel en Francesco Pastorelli aan kop was het de bedoeling om erachter te blijven hangen. Dit lukte op een bepaalde niveau totdat Martin Short en Cor Euser er in hoog tempo vandoor gingen. Door het succes bij de vorige race in Zolder waren de strafseconden opgelopen tot 25 seconden. Bij het uitrijden van de pitstraat resulteerde dit dan ook in een vijfde positie.
De rondetijden werden ondertussen beter, toch verloor ik steeds weer teveel tijd door verkeerde inhaalmanouvres te maken. Hierbij kon ik Nicky Pastorelli een aantal ronden achter me houden tot hij me wist in te halen via een langzamere deelnemer uit de Supersport divisie. Tijdens de race finishte in uiteindelijk als zesde, uitgereden zonder problemen maar niet constant genoeg gereden om het podium te behalen.
Race 2 zondag
Zoals bij veel races van de DSC gebeurd er altijd veel op de baan, zo ook tijdens de tweede race op zondag waren het weer drukke tijden voor de marshalls. Het gehele veld ging van start langs een volle hoofdtribune. Startend vanaf de zesde plaats verschoot de versnelling tijdens het overschakelen, hierdoor ontstond er een gat en vlogen deelnemers mij voorbij. Door de wagens die voorbij kwamen moest ik uitwijken naar de buitenbaan, dit in combinatie met koude banden zorgde voor een glibberig taffereel. Niet alleen ik had daar last van maar ook de koplopers. Martin Short en Cor Euser spinde voorin het veld waardoor ik samen met de twee andere wagens achterop klapte. Iedereen op Cor Euser na kon zijn weg vervolgen, ik met een gat in de voorbumper, de porsche naast me zonder achterbumper.
Aantal bochten later wist ik aansluiting te vinden bij de Porsche bi-turbo van Rene Snel. Deze Porsche welke meer vermogen aan boord heeft als de Mosler wist op de rechte stukken steeds een eind weg te trekken. Bij het aanremmen van de bocht wist ik met de Mosler weer naar zijn kofferbak te kruipen. Uiteindelijk na een gevecht van een aantal ronden kon ik aan de Porsche van Rene voorbij. Het gat met de volgende auto, de Ferrari van Peter Versluis was nu 14 seconden.
Na de race van zaterdag waren er verschillende aanpassingen aan de wegligging van de Mosler doorgevoerd. Deze veranderingen bleken tijdens de race goed uit te pakken, de tijden waren gemiddeld 1,5 seconden per ronde sneller dan zaterdag. Uiteindelijk kwam ik terecht bij de Ferrari GT2 van Peter Versluis. Peter, welke de laatste races steeds sneller gaat wist zijn Ferrari steeds weer erg breed te maken waardoor ik er moeilijk aan voorbij kon komen. Het moest dus gebeuren op een stuk waar ik met snelheid erlangs kon. Bij het aanremmen van de Ramshoek (snelste bocht van het circuit) liet hij aan de rechter kant een gat vallen, door de bocht extra breed aan te snijden en meer gas te geven wilde ik hem voorbij steken. Net voor de ingang van de pitstraat, welke halverwege deze bocht ligt, sprongen zijn remlicht en knipperlicht aan en stuurde hij rechts de pitstraat in. Op dit moment zat ik enkele meters rechtsachter hem met mijn voet nog diep op het gaspedaal.
Uit reactie maakte in een stuurbeweging naar links om de Ferrari te ontwijken en deze niet in tweeën te rijden. De snelheid op dit moment was echter 220 KM/H in een stuk waar je net met genoeg grip de bocht uitkomt. De Mosler verloor dan ook direct zijn grip en spinde achterstevoren het gras in. Vanaf dat moment was het een stuurloos ritje in de achtbaan welke in de vangrail eindigde.
Bij het uitstappen bleek al snel dat de Mosler een flinke klap had opgevangen, de voorruit was eruit gevlogen en het bodywork was verscheurd. Met mijzelf was helemaal niets aan de hand, geen blauwe plek of spierpijn. Het publiek op de hoofdtribune vond het prachtig en applaudisseerde toen ik ongedeerde uit de Mosler stapte. Peter Versluis boodt aan het einde van de race zijn excuses aan, hij had niet in de gaten dat ik zo dicht achter hem zat in de snelle bocht.
Twee jaar geleden, tijdens hetzelfde moment knalde ik exact op dezelfde manier met mijn Mini Cooper S de vangrail in. Dit konden een aantal marshalls langs de baan nog maar al te goed herinneren, al was het die keer ook echt aan mijzelf te wijten.Uiteindelijk een race zonder punten maar wel race met vooruitgang waarbij de snelste tijd 2 seconden sneller was als de dag daarvoor. De komende maanden wordt de auto gerepareerd door het team en klaargemaakt voor de race op Spa-francorchamps.
Aanstaande Zondag is het verslag van de race om 11:45 te zien op SBS6. Bekijk ook de onboard video waarin het ongeluk duidelijk is terug te zien.
Fotografie door Tim Young & Roel Louwers